Stap 3       Non-verbaal communiceren

 
Non-verbale communicatie is   de taal van uw lichaam dus wat u communiceert zonder woorden. Aan uw lichaamstaal kan het publiek bijvoorbeeld zien of u positief  tegenover het spreken staat, zelfvertrouwen uitstraalt etc.
 
De volgende non-verbale communicatiemiddelen hebben invloed op de informatieoverdracht:
1. houding
2. oogcontact
3. gebaren
4. dresscode
.
Deze communicatiemiddelen worden hieronder behandeld. Het is een beetje onnatuurlijk om ze zo apart te behandelen omdat deze communicatiemiddelen veelal   verband houden met elkaar. Een zenuwachtige spreker zal bijvoorbeeld veel gebaren maken, snel en op hoge toon spreken en weinig oogcontact maken met zijn publiek.
 
3.1 Letten op houding
Aan de houding van de spreker kunnen de toehoorders zien hoe hij tegenover het spreken staat. Men ziet of de spreker gespannen is of ontspannen, geïnteresseerd of juist niet, zelfvertrouwen uitstraalt of juist angstig is. 
 
Om deze reden is het belangrijk zelfverzekerd over te komen tijdens de presentatie. Presentatoren die zich niet zelfverzekerd voelen, mompelen vaak, slikken woorden in, gaan het liefst achter een katheder staan en kijken hun publiek niet in de ogen. Dit alles kan een negatieve stemming creëren.
 
Presentatoren die zelfvertrouwen uitstralen geven het publiek de indruk dat hij:
- weet waar hij over praat;
- veel ervaring heeft;
- betrouwbare informatie geeft;
-100% de touwtjes in handen heeft;
- eerlijk en oprecht is.
 
Kortom: het belangrijkste hulpmiddel om meer zelfvertrouwen te krijgen is om u goed op uw presentatie voor te bereiden.
 
3.2 Oogcontact maken
Oogcontact is één van de meest directe en krachtigste vormen van non-verbale communicatie. Onderhoudt daarom tijdens de hele presentatie oogcontact met uw publiek. Maak eerst oogcontact met het publiek aan uw rechterhand en hou dit even vast. Kijk ze ‘in de ogen’. Doe hetzelfde met het publiek in het midden en het publiek aan uw linkerhand. Houdt dit vast gedurende de hele presentatie. Het publiek krijgt het gevoel dat u met ze in contact wilt komen, dat u het belangrijk vindt deze groep toe te spreken.
 
Wanneer oogcontact ontbreekt maakt u een vlakke nietszeggende indruk. Het publiek denkt dat: a) de spreker de stof niet aan kan; b) hij niet vanuit zichzelf spreekt maar in opdracht; c) niet achter zijn verhaal staat.
Uw ‘impact’ wordt dan tot een minimum terug gebracht.
 
Oogcontact onderhouden dient nog een ander doel: u vangt als  spreker signalen op uit de groep ‘’volgen de toehoorders mij nog?’’.
 
3.3. Gebruik van gebaren
Ook gebaren vat het publiek op als pogingen om met hen in contact te komen. Gebaren onderschrijven de inhoud van het besprokene en geven onbewust uitdrukking aan bepaalde emoties en gevoelens van de spreker.
 
Gebaren weerspiegelen deels uw individuele persoonlijkheid. Wat bij de ene spreker wel past, past bij de ander niet. Onderstaande richtlijnen zijn echter voor iedereen nuttig: 
 
3.4 Het bepalen van de dresscode
Uiterlijke verzorging telt. Het vertelt het publiek iets over u en is daarmee ook een onderdeel van uw presentatie.
Helaas hebben mensen nog steeds vooroordelen op basis van iemands uiterlijk. De manier waarop u zich uiterlijk presenteert kan uw imago versterken of juist afbreuk doen. Wanneer dit laatste gebeurt, staat uw geloofwaardigheid op de tocht.
Het is belangrijk dat u zich kleedt naar de gelegenheid. Wanneer u bijvoorbeeld als man spreekt voor een aantal politici, is het wijs een pak en een das te dragen. Formele kleding straalt autoriteit uit.
Dezelfde regel geldt bijvoorbeeld voor een vrouw die spreekt voor een groep jongeren. Het is dan aan te raden een spijkerbroek te dragen eventueel gecombineerd met een jasje. Op deze manier geeft u aan betrokken te zijn met het publiek en hen te begrijpen.
 
Mannelijke presentatoren in een formele setting
Vrouwelijke presentatoren in een formele omgeving