- Hoofdstad:
Parijs
- Aantal inwoners:
61,4 miljoen (inclusief overzeese gebieden met 1,8 miljoen inwoners) (2003)
-
- De populatie
groeit jaarlijks met ongeveer 0,5%.
- Bron: http://www.evd.nl
-
- Culturele omgangsvormen
in Frankrijk
-
- Een
eerste kennismaking:
-
- Mannen moeten
staan, of in ieder geval aanstalten maken tot staan, wanneer een superieur de ruimte
binnenkomt;
- Bij begroeting krijgt u een hand; het kussen op de wangen (bij
man-vrouw) is ook gebruikelijk bij collegas. Dit geldt niet voor buitenstaanders. U
moet dus uw vrouwelijke collega het initiatief laten nemen;
- Men staat dicht bij
elkaar wanneer men met elkaar praat. Daarnaast is aanraken in het openbaar ook
heel gewoon in de Franse zaken etiquette;
- Hou oogcontact
vast, maar probeer niet teveel te focussen op de andere persoon;
- Glimlachen wordt geassocieerd met onverschilligheid. Het wordt
niet gezien als een groet of als een blijk van goedkeuring;
- Gebruik uw hele hand als u iets aanwijst, in plaats van te wijzen
met één vinger.
-
- Zaken
doen:
In Frankrijk gaat
men er vanuit dat men voor een lange termijn met elkaar in zee zal gaan. Het is daarom aan
te raden een sterke persoonlijke relatie met de Fransen aan te gaan;
Wees beleefd en
hartelijk bij de eerste ontmoeting. Onthoud wel dat Fransen sceptisch staan tegenover
teveel vriendelijkheid in het begin;
Als u met een
voorstel komt, moet dit logisch in elkaar zitten;
Fransen stellen
veel directe vragen over een voorstel. Zorg daarom ook dat u over aanvullende informatie
beschikt;
- In
Frankrijk worden bureaucratie en administratieve procedures verkozen boven efficiency en
flexibiliteit. Hierdoor staat de Franse zakenwereld over het algemeen niet open voor
veranderingen.
- En gesprek
voeren:
Geef alleen uw mening over onderwerpen waar u goed over
geïnformeerd bent;
- Bestudeer de
Franse geschiedenis, politiek en andere culturele aspecten. Dit zal u veel voordeel
opleveren in conversaties;
- Wees bereid vragen
over uw eigen land te beantwoorden; vooral op het gebied van de politiek;
- tiltes vallen er
bijna nooit, behalve wanneer alles over het discussieonderwerp al gezegd is en er geen
nieuw onderwerp wordt aangesneden.
-
- Veilige
gespreksonderwerpen:
- Eten; de Franse
keuken prijzend;
- Kunst, muziek en filosofie;
- Sport;
- Politiek, actualiteiten en geschiedenis (Alleen als u weet waar u
over praat!).
Gespreksonderwerpen
die u beter kunt vermijden:
- Vraag nooit naar iemands politieke voorkeur of op welke partij
hij/zij gestemd heeft. U kunt echter wel informeren naar het politieke systeem, de
publieke opinie of de politieke leiders;
- Bekritiseer Napoleon niet, hij maakt nog steeds deel uit van de
Franse identiteit;
- Vermijd het stellen van persoonlijke vragen tijdens een gesprek,
vooral bij de eerste introductie.
Dress code:
- Fransen zien de manier waarop u zich kleedt als een reflectie van uw sociale status en succes;
- Kleed u formeel, voor zowel een zakelijke als een sociale
gelegenheid;
- Voor vrouwen: kleed u simpel en elegant. Accessoires kunt u gerust
gebruiken. In de zomer is geen panty vereist;
- Informal
dress op uw uitnodiging betekent soms toch een jasje en een stropdas;
- 'Formal
dress op uw uitnodiging, betekent smaakvolle avondkleding.
Taal:
- Wees niet beledigd wanneer u Frans spreekt, men
uw fouten in grammatica en uitspraak verbetert. Fransen
vinden hun taal zo belangrijk dat ze u proberen te helpen de taal goed te spreken;
- Leer wat basis Frans en gebruik dit
waar mogelijk. Uw pogingen zullen gewaardeerd worden en onthouden worden. De
Fransen zullen overgaan op het Engels wanneer ze u zien hakkelen;
- Wanneer u geen
Frans spreekt, begin dan altijd met: Excusez-moi, sil vous plaît, de vous
deranger, mais je ne parle pas de français (Excuseert u mij, alstublieft,
maar ik spreek geen Frans). Op deze manier is de kans groter dat Fransen meewerken.
Bron: www.executiveplanet.com
Economie
De laatste jaren
is de (sterke) economische groei in Frankrijk afgenomen. Door verkiezingsbeloften werden
de belastingen verlaagd, wat niet gepaard ging met een verkleining van de
overheidsuitgaven. Hierdoor loopt het begrotingstekort steeds verder op. Frankrijk kan in
2004 niet voldoen aan de norm in het Stabiliteitspact.
Vergeleken
met andere landen in de Europese Unie is de belastingdruk in Frankrijk relatief hoog en
speelt de staat een relatief grote rol in de economie. Toch is het aangezicht van de
Franse economie de afgelopen twee decennia sterk veranderd, met name als gevolg van twee
privatiseringsgolven in 1986-1987 en vanaf 1993 tot nu. Begin 2003 waren er minder dan een
dozijn bedrijven uit de publieke sector volledig in het bezit van de Franse overheid.
Hieronder bevinden zich Electricité de France en Gaz de France, La Poste, de spoorwegen
(SNCF), de Parijse metro en het daaraan gekoppelde regionale railsysteem (RATP en RER),
GIAT Industries (producent van defensiematerieel) en SNECMA (producent van
vliegtuigmotoren). Op een aantal andere bedrijven heeft de Franse staat nog steeds een
controlerende invloed (niet altijd via een meerderheidsbelang), zoals: Air France, France
Télécom, Renault en Thales (defensie-elektronica, hiervoor Thomson CSF).
Andere actuele
onderwerpen zijn het terugdringen van de kosten van de gezondheidszorg en het verkleinen
van de werkloosheid, die sinds het einde van de economische groei fiks is toegenomen (9%
in het eerste kwartaal van 2003).
- Nationaal
product per hoofd van de bevolking
|
- 24.837
(2002)
|
- Werkeloosheidspercentage
|
- 9,3% (mei 2003)
|
-
-
- Politiek
-
- Frankrijk kent
een lange traditie van een gecentraliseerd gezag. Sinds 2002 wordt een president niet meer
voor 7 maar voor 5 jaar gekozen.De president (Chirac) is voorzitter van de ministerraad,
benoemt de premier (Jaen-Pierre Raffarin) en geeft hem advies in het kiezen van de
ministers. Momenteel is men bezig de regering van het land te decentraliseren. Er zijn 22
regios gevormd met een eigen rechtstreeks gekozen bestuur.
- De
regering heeft aanzienlijke macht over kernsegmenten van elke sector, met een meerderheid
aan eigendomsrecht in spoorwegen, elektriciteit, vliegtuig, en telecommunicatie bedrijven.
De regering heeft de controle op deze sectoren wel versoepeld sinds begin 1990.
-
-
- Drugsbeleid.
- Wetgeving
algemeen:
- De
wet van 1970: bepaald de wettelijke opbouw rond het Franse drug beleid Twee aspecten,
namelijk de vermindering van het gebruik en het handelen, zijn duidelijk onderscheiden in
deze wet. De inspanningen tegen het verminderen van het aan bod in drugshandel is enkele
keren geïntensifieerd sinds 1970, door strengere straffen en meer aanklachten. Wat
zijn precies de doelen van deze wet?
- Om
streng drugshandel tegen te gaan
- Om
het gebruik van drugs te verbieden en maatregelen te stimuleren voor preventie van
drugsgebruik
- Om
vrije en anonieme zorg te verzekeren voor gebruikers die op zoek zijn naar een
behandeling.
- De
straffen voor drugshandel zijn opmerkelijk hoger en strenger dan de andere delicten.
Dezelfde wet van 1970 straft ook het drugsgebruik, zowel publiekelijk als privé door 1
jaar gevangenisstraf op te leggen of een fikse boete, zelfs als er geen merkbaar negatief
effect is op andere gebruikers in de omgeving. Nog een wet stelt dat gebruikers geplaatst
moeten worden onder observatie van zorginstellingen.
- Drugsgebruikers
kunnen gerechtelijke stappen ook vermijden door zelf behandeling te zoeken. De aanklager
heeft in dit soort zaken alle vrijheid om het vonnis te bepalen.
- Gedurende
de negentiger jaren was de primaire drugspreventie gericht op een zogeheten luister
aanpak. Om drugsgebruik en misdrijven onder jongeren te voorkomen was het
belangrijk dat er een dialoog was tussen volwassenen en jongeren in achterstandssituaties.
Dit was onderdeel van een breder programma. De volgende instellingen werkten mee aan de
aanpak:
- In
scholen: Comités d Éducation à la Santé et à la Citoyenneté (CESC). Deze
organen zijn verantwoordelijk voor het coördineren van preventieve actie.Lokaal: Luister
zones, lokale centra die jonge mensen en ouders voorzien van richtlijnen met betrekkin tot
sociale of relatieproblemen.
- Nationaal:
Een telefonische hulplijn, Droques Info Service, met lokale helplijnen in sommige regios.
In 2000, is een vraag en antwoord site opgezet op de MILDT website, droques.gouv.fr.
- Primaire
drugspreventie is nog steeds voornamelijk de verantwoordelijkheid van de geprivatiseerde
sector en de liefdadigheidsinstellingen. Er zijn specifieke campagnes voor bepaalde
groepen, mensen of gebieden, zoals jonge kinderen, vrouwen, drugsverslaafden, en etnische
groepen.
-
- Drugsgebruik
-
|
-
|
- Totale
bevolking
|
- Jongeren
(18-24jr)
|
- Gebruik
van Cannabis:
|
- Ooit
gebruikt:
|
- 22,8%
|
- 48,3%
|
-
|
- Recent
gebruikt:
|
- 1,4%
|
- 29%
|
-
-
|
-
|
- Totale
bevolking
|
- Jongeren
(18-24jr)
|
- Gebruik
van Opiaten:
|
- Ooit
gebruikt:
|
- 0,7%
|
- 0,9%
|
-
|
- Recent
gebruikt:
|
-
|
-
|
- Bron:
http://www.drogues.gouv.fr/uk/professionnal/pdf/tend30.pdf
-
-
- Partydrugs
- De
drugsgebruikers op Techno partys zijn veelal mannelijke jongvolwassenen. Het meest
gebruikte middel in deze scène zijn stimulerende middelen (zoals cocaïne), gevolgd door
hallucigene middelen. Het gebruik van opiaten is marginaal. De drugs worden bij voorkeur
oraal of door middel van snuiven ingenomen. In een mindere mate wordt de drugs gerookt.
Het intraveneuze gebruik is minimaal.
- Door
de afname van het aantal partys in de tweede helft van 2002 zijn de manieren waarop
de drugs verkregen worden en de manier van consumeren veranderd. Het gebruik vindt meer
over de gehele week plaats en niet meer alleen in het weekend.
-
- Bron:
TREND rapport 2002 http://www.drogues.gouv.fr/uk/professionnal/pdf/tend31.pdf
-
- Trends
- Volgens
het rapport Drogues
et dépendances: indicateurs et tendance 2002
van Observatoire français des drogues et des toxicomanies (OFDT) zijn de
volgende trends zichtbaar :
- -
Een toename het
gebruik van alle stimulerende middelen (cocaïne, amfetaminen, XTC) en hallucigene
middelen (LSD, paddestoelen) in bepaalde delen van de partyscène
- -
Meer combinatie
gebruik: het gebruik van alcohol, tabak en cannabis in combinatie met drugs;
- -
Een afname bij
jonge mensen in het gebruik van het roken van heroïne en gebruik van met name ketamine en
GHB. in bepaalde delen van de
- party scène.
- Het
gebruik van XTC blijft relatief beperkt en gebeurt vooral onder jongvolwassenen en in de
context van de partyscène.Het experimenteren met XTC onder jonge mensen varieert tussen
1% en 7%, afhankelijk van leeftijd en geslacht.
-
- Bron: http://www.drogues.gouv.fr/uk/professionnal/pdf/tend19.pdf
-
- AIDS
- De
aanwezigheid van het HIV virus onder alle druggebruikers was rond de 13% in 1999.
- De
aanwezigheid van het HIV virus onder de injecterende druggebruikers was tussen de 14 en
16% in 1999.
-
- Bekende
HIV aanwezigheid in
- speciale
centra
|
- 1993
|
- 1994
|
- 1995
|
- 1996
|
- 1997
|
- 1999
|
-
|
- Onder
alle drugsgebruikers:
|
-
|
- %
HIV positief
|
- 20.3
|
- 19.8
|
- 17.2
|
-
15.3
|
- 15.8
|
- 13.1
|
- %HIV,
status ongekend
|
- 33.6
|
- 31.2
|
- 26.4
|
-
24.9
|
- 27.2
|
- 24.2
|
- Onder
alle spuitende drugsgebruikers:
|
-
|
- %
HIV positief
|
- nb
|
- 23
|
- 20
|
- 18
|
- 18.3
|
- 15.9
|
- %
HIV, status ongekend
|
- nb
|
- nb
|
- nb
|
- nb
|
- 17.3
|
- 14.3
|
-